Skip to main content

Slim

Ministeries staan er bepaald niet om bekend dat er openbare publicaties worden veroorzaakt die begrijpelijk zijn voor brede lagen van de bevolking. Te vaak is het taalgebruik wollig. Omslachtig ook.

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een tekst bedacht die de burger rond de tafel wil krijgen om komende veranderingen blij en eendrachtig te bespreken. We citeren: ‘Het vinden van antwoorden op de huidige en nieuwe opgaven is een vraag voor de hele samenleving: burgers, bedrijven en overheden gaan samen en gelijkwaardig aan de slag, zodat zoveel mogelijk ideeën ontstaan en doorgegeven worden. Denk aan het werk aan gezonde en slimme steden.’

Nóg zo’n tekst en we kunnen bijvoorbeeld de discussie over de A13/A16 fluitend tot een saamhorig einde brengen. Niks meer aan de hand en dat dus in een gezonde en slimme stad…

Bij gezond is dan veel voorstelbaar. Maar wat precies moeten we met een slimme stad…? Zou het daar prettig wonen zijn? Slim is namelijk een begrip dat in de loop der jaren iets minder leuk is geworden. Vroeger was slim onverdacht. Had de reclame-slogan Wees slim koop Glim vrijwel uitsluitend het effect dat het de rijm was die er toe deed. Had de meubelwas in kwestie Glom geheten, dan was Weest niet dom, koop Glom het resultaat geweest. Nee, pas later kreeg slim steeds meer de bijsmaak dat het zou gaan om uitgerekend, uitgekookt, economisch handig, het slimme dat het begrip boerenslim onnodig maakte, want het waren synoniemen geworden. Voorbeelden vinden we dan weer in de reclame. Het kleine meisje uit het supermarkt-gezin dat tot onder in vrieskisten duikt om zó slim te kunnen inkopen dat er geld overblijft voor iets lekkers. Hebben we ook het slimme schoonmaakmiddel dat de toiletpot wel tien dagen okselfris houdt, hetgeen vooral economisch aantrekkelijk moet zijn. En wat belandde er onlangs in onze mailbox? Een opwekking van de Consumentenbond om de minigids te bestellen waarmee Slim aangifte kon worden gedaan. Wederom slim dus, om het aller-onderste uit de kan te kunnen halen.

Een slimme stad is daarmee gevoelsmatig niet meteen een plek geworden waar je onbekommerd over straat gaat. Nee, daar moet je op je tellen passen, steeds gespitst zijn op alles wat voordelig is.

Of zou er met een slimme stad bedoeld zijn dat frisse nadenkers als Daan Roosegaarde er zouden komen werken en wonen? Die verandering hadden ze op het Ministerie niet kunnen voorzien, maar het is wel zo: de uitvinder van onder meer zelf-verlichtende wegen en fietspaden, de beheerder van een droomfabriek waar smogvrije parken worden ingericht, of de Afsluitdijk tot cultureel project wordt verheven, gaat zich vestigen in Rotterdam. Nou, zó’n slimmerik willen we er wel bij hebben. Daar kan een stad er nooit genoeg van hebben. Dragers van een heel andere soort slim. Die tot van alles kunnen leiden. Droom maar eens wat. Een voetgangers-rolband op de Bergsche Dorpsstraat. Mind your step, mind your step… Iedere winkelier zal dan die afstap bij hem voor de deur willen hebben. Nieuw probleem? Welnee. Wordt een slimme oplossing voor gevonden. Slim dan in de betekenis van mensvriendelijk.  Zoals het altijd zou moeten zijn.

                                                                                                               FRANS HAPPEL

0
Shares