Parkeerproblematiek Plaswijckpark lastige zaak
Er is voorlopig geen oplossing voor de parkeerproblematiek voor het Plaswijckpark in verband met de in gebruik genomen binnenspeeltuin.
De Raad van State vindt dat de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek fouten heeft gemaakt bij toestemming voor het aanleggen van 69 parkeerplaatsen.
Tot 16 juli is er tijd om te reageren voor de gemeente Rotterdam, als rechtsopvolger van de opgeheven deelgemeente.
Bewoners in de C.N.A. Looslaan zijn ongerust over de gevolgen van de verkeersaantrekkende werking en dus extra parkeerplekken door de nieuwe binnenspeeltuin (Het Huis in de Heuvel, 1600m2) van het Plaswijckpark. Het betekent dat er verkeersdrukte zal ontstaan op de C.N.A. Looslaan. Het is de enige ontsluiting voor de 69 parkeerplekken op eigen terrein van het park.
In een tussenuitspraak onderkent de Raad van State deels de bezwaren van de omwonenden. Ze hebben met behulp van de Bewonersorganisatie Oud Hillegersberg (BOH) beroep aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die ze ongelijk gaf. In de kern gaat het om twee punten, waarover de raad meer wil weten.
Vraagtekens bij onderbouwing
In de eerste plaats worden vraagtekens geplaatst bij de onderbouwing van (minstens) 65 parkeerplekken extra die nodig zouden zijn. Pas bij de Raad van State gaf het
dagelijks bestuur van deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek aan dat voor de aanleg van de binnenspeeltuin slechts 34 parkeerplaatsen nodig zouden zijn bij toepassing van de norm voor recreatie-pretparken. Tijdens de zitting bleek de deelgemeente ook de norm voor horeca te hebben toegepast, omdat in de overdekte speelvoorziening een restaurant is. Het restaurant zou 31 extra plekken voor auto's nodig maken.
Toegang C.N.A. Looslaan
In de tweede plaats gaat de Raad van State in op de toegang van de nieuwe parkeerplaats, bij de C.N.A. Looslaan. Een studie van de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) concludeert dat dit tot een verkeersonveilige situatie leidt, ,,vanwege de looproute door de Plaswijcklaan waar een deugdelijk trottoir van voldoende breedte ontbreekt.”
Uiteindelijk stelt de Raad van State vast dat: „De rechtbank heeft niet onderkend dat het dagelijks bestuur onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een ontsluiting van de 65 parkeerplaatsen via de C.N.A. Looslaan uit het oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is en waarom het stellen van de aan de orde zijnde parkeereis geoorloofd is.”
De gemeente Rotterdam heeft na de tussenuitspraak van 21 mei acht weken de tijd gekregen om het besluit beter te onderbouwen of te herzien.